Mondkapjes: een advies aan Amsterdam en Rotterdam.

Amsterdam en Rotterdam hebben een gedeeltelijke mondkapjesplicht ingesteld in bepaalde drukke winkelgebieden. En er wordt sinds dit weekend streng gehandhaafd op mensen die zich er niet aanhouden. Slim beleid? Of mist hier een structureel inzicht in de mens achter de burger? In dit blog kijken we vanuit de gedragsbril naar de mondkapjesplicht. In het sturen van gedrag worden second-order effects vaak vergeten. Wat dat betekent voor beide steden en hoe vanuit de gedragswetenschap beleid nog impactvoller kan worden gemaakt, lees je in deze blog.

Mondkapjesplicht in Amsterdam en Rotterdam

Hier in Amsterdam is er in bepaalde drukke winkelgebieden een mondkapjesplicht ingesteld. Als gedragsontwerper een fascinerend kijkje in het menselijk gedrag. Want wat gebeurt er dan vervolgens? Ik besloot eens te gaan kijken in de Kalverstraat en op de Zeedijk. Mooie borden met informatie over de mondkapjesplicht. Veel ook. Informatie genoeg dus. Maar dan het gedrag. Laat ik een grove schatting doen: ik denk dat 80% van de mensen nog zonder mondkapje liepen. Kortom, het was weer een typisch geval van weten is nog geen doen. Maar wat doe je daar dan aan?

De eerste reactie van veel mensen zou zijn: handhaven. Deel maar flinke boetes uit aan de mensen die weigeren zich aan de regels te houden. De straffen/belonen-aanpak. Ik zeg niet dat het helemaal niet zal werken, maar kijk alleen naar het groot aantal verkeersovertredingen ondanks steeds hogere bekeuringen of hoeveel mensen aanmaningen van instanties negeren ondanks substantiële verhogingen van facturen. Beboeten op zich lijkt nog niet de meest effectieve manier om gedrag te sturen.

 

Second-order effects van mondkapjesbeleid

Vanuit de gedragsbril zijn er een paar interessante dingen te zien. Allereerst, en ik moet hierbij de Amsterdamse politie toch even aan de schandpaal nagelen, als jij als politieagenten gezellig een broodje gaat halen midden op de Zeedijk zonder mondkapje middenin mondkapjesgebied zoals wij ze tegenkwamen afgelopen week, weet je nou niet echt het principe van autoriteit te activeren. Mensen volgen het gedrag van mensen waarvan ze weten dat ze bepaalde kennis van zaken hebben. Je mag toch verwachten dat de politie de wetgeving kent. Dus als de politie de mondkapjesplicht al negeert, dan hoeven wij ons daar toch zeker niet aan te houden?

Laten we er vanuit gaan dat dit een uitzonderingsgeval was en het gebrek aan autoriteit is ook niet het punt wat ik hier wil maken. Wat ik veel interessanter vind is hoe gedragspsychologie (niet) in het mondkapjesbeleid wordt toegepast. Een vaak onderschat principe in het sturen van gedrag zijn de ‘second-order effects’. En precies dat negeren van deze second-order effects kan voor een groot deel het gedrag van mensen verklaren in het niet dragen van mondkapjes. Hoe zit dat? In zowel Rotterdam en Amsterdam hebben de burgemeesters besloten dat in bepaalde drukke winkelgebieden mondkapjes gedragen moeten worden.

Wat doen mensen? Ze zijn in het diepst van hun wezen sociale dieren, ze volgen de massa. Dus als in zowel Rotterdam en Amsterdam de meeste mensen geen mondkapjes hoeven te dragen, namelijk in alle gebieden buiten deze paar winkelstraten, is het niet dragen van mondkapjes de sociale norm. Een norm die daarbij in Nederland ook nog eens cultureel zeer sterk verankerd is. Wij zijn geen land waar het dragen van mondkapjes een veelvoorkomend maatschappelijk fenomeen is. Anders dan bijvoorbeeld de Aziatische landen.

Bovendien is het aanwijzen van slechts een aantal verplichtingsgebieden heel verwarrend voor mensen. Waar moet het dragen nu wel en waar niet? Er zijn zoveel cues in het straatbeeld dat de borden simpelweg niet voldoen. De voor de hand liggende gedraging die daar het gevolg van is zien we allemaal: mensen die vrolijk winkelend zonder mondkapje.

Maar wat het bestuur van beide steden met name heeft onderschat is het second-order effect van hun maatregelen die een andere gedraging heeft veroorzaakt die in economisch opzicht zeer negatieve gevolgen heeft voor de stad. We zien mensen de verplichtingsgebieden gaan vermijden. Dit is een second-order effect waar niet over nagedacht is in het beleid van Amsterdam en Rotterdam.

De toch al zwaar door COVID getroffen winkeliers, horecaondernemers en bedrijven gelokaliseerd in de verplichtingsgebieden zien een forse daling van het aantal bezoekers en klanten. Een nieuwe economische klap die voor beide steden als geheel een negatieve impact kan gaan hebben. Het antwoord van Amsterdam dit weekend op het negeren van de mondkapjesplicht in deze gebieden? Dit weekend zijn er 148 boetes uitgedeeld voor het niet dragen van mondkapjes. En er is breed uitgemeten in de pers dat er nu ‘nog sneller’ zal worden gehandhaafd. Wat denk je? Zullen mensen nu vaker of minder naar de mondkapjeszones komen? Het werkt totaal averechts.

Het nadenken over second-order effects is essentieel in het ontwerpen van beleid. Hiermee kun je de impact die beleid of maatregelen zullen hebben beter worden ingeschat. Overigens zijn second-order effects niet per definitie negatief. Het feit dat COVID ons massaal heeft gedwongen (meer) thuis te werken heeft een positief second-order effect gehad op het aantal files en de CO2 uitstoot.

 

Hoe zorg je dat mensen mondkapjes dragen?

Blijft de vraag, wat werkt dan wel? Het menselijk brein drijft eigenlijk op een allesoverheersend principe: simplicity. Hoe makkelijker je het maakt voor mensen om gewenste gedragingen te vertonen hoe vaker ze dit ook zullen doen. Dus in het geval van de mondkapjes is het antwoord eigenlijk simpel: overal mondkapjesplicht of nergens. Overigens doe ik hiermee geen enkele uitspraak over het nut van dragen van mondkapjes, dat laat ik aan de experts over. Maar als door experts besloten is dat mondkapjes dragen bijdraagt aan de indamming van het virus is een algemene mondkapjesplicht vanuit gedragsopzicht het meest effectief.

Klinkt misschien radicaal, maar ik was onlangs in Berlijn. Daar geldt een mondkapjesplicht in alle winkels en winkelcentra. En iedereen doet dat ook. Het wordt de norm. Sterker nog, als je als enige afwijkt van de norm word je gezien als de persoon die anderen in gevaar brengt. Duitsers hebben het dragen van mondkapjes ook niet in hun culturele DNA. Zijn ze dan meer volgzaam dan Nederlanders? Misschien, maar dat wil nog niet zeggen dat wij Nederlanders ook niet regels kunnen volgen. Kijk hier in het OV. Iedereen houdt zich aan de regels, want het is duidelijk dat dat overal in het OV moet en is daar de sociale norm geworden.

 

De 1,5 meter regel

Gaan mensen dan de 1,5 meter regel overschrijden als ze zich veilig wanen door de mondkapjes?  Zou kunnen, maar eerlijk gezegd zie ik al heel veel mensen die norm niet meer hanteren. Zeker in de genoemde winkels en winkelcentra. Ook daar zouden we gedragsinterventies moeten ontwerpen die het makkelijker voor mensen maakt om te begrijpen wat 1,5 meter is. Je ziet bijvoorbeeld in kassarijen waar vloerstickers op 1,5 meter afstand zijn geplakt dat mensen zich hier netjes aan houden.

Punt dat ik wil maken is dat we bij het maken van COVID-beleid niet moeten uitgaan van de slechte intenties van mensen.

Een mensbeeld waarin straffen lijkt te passen. Niemand wil ziek worden of andere mensen bewust ziek maken. Een mensbeeld waarin we uitgaan dat mensen best gemotiveerd zijn om het juiste te doen, maar simpelweg het gedrag moeilijk te vertonen vinden. Waarin we rekening houden (of juiste gebruik maken) van de aangeboren hang naar sociale cohesie van mensen en hun natuurlijk neiging om te kiezen voor de makkelijkste weg, zou tot veel effectiever beleid kunnen leiden. Als we daarbij ook nog goed kijken naar de second-order effects van maatregelen, kunnen we nieuw maatschappelijk gedrag ontwerpen dat het virus effectief helpt onderdrukken.

Over goede intenties gesproken, ik twijfel ook echt niet aan de goede intenties van beleidsmakers, maar zij zouden nog een nog veel stevigere aanpak kunnen realiseren als ze ook structureel gedragsexperts in het team van beleidsmakers en virologen lieten aansluiten. Want weten is zoals gezegd nog geen doen. Het uitdelen van boetes dit weekend in Amsterdam geeft aan dat meer inzicht in de mens achter de burger een zeer waardevolle toevoeging kan zijn om gedrag van mensen te begrijpen èn te kunnen sturen. Want uiteindelijk moeten we het samen gaan doen.

 

Astrid Groenewegen
SUE | Behavioural Design
augustus 2020

Meer over gedrag en samenleving

Je leest dit essay op de SUE | Behavioural Design Blog. In deze blog en de bijbehorende wekelijkse nieuwsbrief vind je wekelijks verhalen over hoe invloed werkt in het dagelijkse leven. We analyseren beïnvloeding in het wild en gebruiken de Behavioural Design Methode als lens. Nieuwsgierig naar meer? Abonneer je onderin deze pagina op de nieuwsbrief, schrijf je in voor één van onze maandelijkse trainingen van de Behavioural Design Academy of verbeter je propositie, communicatie of marketing in een Behavioural Design Sprint samen met SUE.

Indien je dit essay interessant vond, kijk dan zeker ook eens naar deze stukken over het ontwerpen van publiek gedrag (of krijg onze blogs wekelijks in je mailbox, door je onderin deze pagina te abonneren.

Naar de blog

Wil je meer weten?

Als je meer wilt weten over hoe beïnvloeding werkt, zou je onze tweedaagse training aan de SUE | Behavioural Design Academy kunnen volgen. Hierin leren we je alles over de wetenschap van beïnvloeding en krijg je een krachtige methode in de vingers om mensen te nudgen naar betere keuzes of gewenst gedrag. Je kunt hier de brochure downloaden.

 

Misschien heb je een uitdaging waarin je keuzes of gedrag wilt beïnvloeden. Bekijk dan eens of een Behavioural Design Sprint iets voor je is.

 

Of misschien wil je iets meer weten over SUE | Behavioural Design? We stellen ons hier heel graag aan je voor.
sue behavioural design
sue behavioural design