Tag

klimaatactie

Mondkapjes: hoe zorg je dat mensen ze dragen?

By All, gemeenschapsgedrag, Politiek

Mondkapjes: een advies aan Amsterdam en Rotterdam.

Amsterdam en Rotterdam hebben een gedeeltelijke mondkapjesplicht ingesteld in bepaalde drukke winkelgebieden. En er wordt sinds dit weekend streng gehandhaafd op mensen die zich er niet aanhouden. Slim beleid? Of mist hier een structureel inzicht in de mens achter de burger? In dit blog kijken we vanuit de gedragsbril naar de mondkapjesplicht. In het sturen van gedrag worden second-order effects vaak vergeten. Wat dat betekent voor beide steden en hoe vanuit de gedragswetenschap beleid nog impactvoller kan worden gemaakt, lees je in deze blog.

Mondkapjesplicht in Amsterdam en Rotterdam

Hier in Amsterdam is er in bepaalde drukke winkelgebieden een mondkapjesplicht ingesteld. Als gedragsontwerper een fascinerend kijkje in het menselijk gedrag. Want wat gebeurt er dan vervolgens? Ik besloot eens te gaan kijken in de Kalverstraat en op de Zeedijk. Mooie borden met informatie over de mondkapjesplicht. Veel ook. Informatie genoeg dus. Maar dan het gedrag. Laat ik een grove schatting doen: ik denk dat 80% van de mensen nog zonder mondkapje liepen. Kortom, het was weer een typisch geval van weten is nog geen doen. Maar wat doe je daar dan aan?

De eerste reactie van veel mensen zou zijn: handhaven. Deel maar flinke boetes uit aan de mensen die weigeren zich aan de regels te houden. De straffen/belonen-aanpak. Ik zeg niet dat het helemaal niet zal werken, maar kijk alleen naar het groot aantal verkeersovertredingen ondanks steeds hogere bekeuringen of hoeveel mensen aanmaningen van instanties negeren ondanks substantiële verhogingen van facturen. Beboeten op zich lijkt nog niet de meest effectieve manier om gedrag te sturen.

 

Second-order effects van mondkapjesbeleid

Vanuit de gedragsbril zijn er een paar interessante dingen te zien. Allereerst, en ik moet hierbij de Amsterdamse politie toch even aan de schandpaal nagelen, als jij als politieagenten gezellig een broodje gaat halen midden op de Zeedijk zonder mondkapje middenin mondkapjesgebied zoals wij ze tegenkwamen afgelopen week, weet je nou niet echt het principe van autoriteit te activeren. Mensen volgen het gedrag van mensen waarvan ze weten dat ze bepaalde kennis van zaken hebben. Je mag toch verwachten dat de politie de wetgeving kent. Dus als de politie de mondkapjesplicht al negeert, dan hoeven wij ons daar toch zeker niet aan te houden?

Laten we er vanuit gaan dat dit een uitzonderingsgeval was en het gebrek aan autoriteit is ook niet het punt wat ik hier wil maken. Wat ik veel interessanter vind is hoe gedragspsychologie (niet) in het mondkapjesbeleid wordt toegepast. Een vaak onderschat principe in het sturen van gedrag zijn de ‘second-order effects’. En precies dat negeren van deze second-order effects kan voor een groot deel het gedrag van mensen verklaren in het niet dragen van mondkapjes. Hoe zit dat? In zowel Rotterdam en Amsterdam hebben de burgemeesters besloten dat in bepaalde drukke winkelgebieden mondkapjes gedragen moeten worden.

Wat doen mensen? Ze zijn in het diepst van hun wezen sociale dieren, ze volgen de massa. Dus als in zowel Rotterdam en Amsterdam de meeste mensen geen mondkapjes hoeven te dragen, namelijk in alle gebieden buiten deze paar winkelstraten, is het niet dragen van mondkapjes de sociale norm. Een norm die daarbij in Nederland ook nog eens cultureel zeer sterk verankerd is. Wij zijn geen land waar het dragen van mondkapjes een veelvoorkomend maatschappelijk fenomeen is. Anders dan bijvoorbeeld de Aziatische landen.

Bovendien is het aanwijzen van slechts een aantal verplichtingsgebieden heel verwarrend voor mensen. Waar moet het dragen nu wel en waar niet? Er zijn zoveel cues in het straatbeeld dat de borden simpelweg niet voldoen. De voor de hand liggende gedraging die daar het gevolg van is zien we allemaal: mensen die vrolijk winkelend zonder mondkapje.

Maar wat het bestuur van beide steden met name heeft onderschat is het second-order effect van hun maatregelen die een andere gedraging heeft veroorzaakt die in economisch opzicht zeer negatieve gevolgen heeft voor de stad. We zien mensen de verplichtingsgebieden gaan vermijden. Dit is een second-order effect waar niet over nagedacht is in het beleid van Amsterdam en Rotterdam.

De toch al zwaar door COVID getroffen winkeliers, horecaondernemers en bedrijven gelokaliseerd in de verplichtingsgebieden zien een forse daling van het aantal bezoekers en klanten. Een nieuwe economische klap die voor beide steden als geheel een negatieve impact kan gaan hebben. Het antwoord van Amsterdam dit weekend op het negeren van de mondkapjesplicht in deze gebieden? Dit weekend zijn er 148 boetes uitgedeeld voor het niet dragen van mondkapjes. En er is breed uitgemeten in de pers dat er nu ‘nog sneller’ zal worden gehandhaafd. Wat denk je? Zullen mensen nu vaker of minder naar de mondkapjeszones komen? Het werkt totaal averechts.

Het nadenken over second-order effects is essentieel in het ontwerpen van beleid. Hiermee kun je de impact die beleid of maatregelen zullen hebben beter worden ingeschat. Overigens zijn second-order effects niet per definitie negatief. Het feit dat COVID ons massaal heeft gedwongen (meer) thuis te werken heeft een positief second-order effect gehad op het aantal files en de CO2 uitstoot.

 

Hoe zorg je dat mensen mondkapjes dragen?

Blijft de vraag, wat werkt dan wel? Het menselijk brein drijft eigenlijk op een allesoverheersend principe: simplicity. Hoe makkelijker je het maakt voor mensen om gewenste gedragingen te vertonen hoe vaker ze dit ook zullen doen. Dus in het geval van de mondkapjes is het antwoord eigenlijk simpel: overal mondkapjesplicht of nergens. Overigens doe ik hiermee geen enkele uitspraak over het nut van dragen van mondkapjes, dat laat ik aan de experts over. Maar als door experts besloten is dat mondkapjes dragen bijdraagt aan de indamming van het virus is een algemene mondkapjesplicht vanuit gedragsopzicht het meest effectief.

Klinkt misschien radicaal, maar ik was onlangs in Berlijn. Daar geldt een mondkapjesplicht in alle winkels en winkelcentra. En iedereen doet dat ook. Het wordt de norm. Sterker nog, als je als enige afwijkt van de norm word je gezien als de persoon die anderen in gevaar brengt. Duitsers hebben het dragen van mondkapjes ook niet in hun culturele DNA. Zijn ze dan meer volgzaam dan Nederlanders? Misschien, maar dat wil nog niet zeggen dat wij Nederlanders ook niet regels kunnen volgen. Kijk hier in het OV. Iedereen houdt zich aan de regels, want het is duidelijk dat dat overal in het OV moet en is daar de sociale norm geworden.

 

De 1,5 meter regel

Gaan mensen dan de 1,5 meter regel overschrijden als ze zich veilig wanen door de mondkapjes?  Zou kunnen, maar eerlijk gezegd zie ik al heel veel mensen die norm niet meer hanteren. Zeker in de genoemde winkels en winkelcentra. Ook daar zouden we gedragsinterventies moeten ontwerpen die het makkelijker voor mensen maakt om te begrijpen wat 1,5 meter is. Je ziet bijvoorbeeld in kassarijen waar vloerstickers op 1,5 meter afstand zijn geplakt dat mensen zich hier netjes aan houden.

Punt dat ik wil maken is dat we bij het maken van COVID-beleid niet moeten uitgaan van de slechte intenties van mensen.

Een mensbeeld waarin straffen lijkt te passen. Niemand wil ziek worden of andere mensen bewust ziek maken. Een mensbeeld waarin we uitgaan dat mensen best gemotiveerd zijn om het juiste te doen, maar simpelweg het gedrag moeilijk te vertonen vinden. Waarin we rekening houden (of juiste gebruik maken) van de aangeboren hang naar sociale cohesie van mensen en hun natuurlijk neiging om te kiezen voor de makkelijkste weg, zou tot veel effectiever beleid kunnen leiden. Als we daarbij ook nog goed kijken naar de second-order effects van maatregelen, kunnen we nieuw maatschappelijk gedrag ontwerpen dat het virus effectief helpt onderdrukken.

Over goede intenties gesproken, ik twijfel ook echt niet aan de goede intenties van beleidsmakers, maar zij zouden nog een nog veel stevigere aanpak kunnen realiseren als ze ook structureel gedragsexperts in het team van beleidsmakers en virologen lieten aansluiten. Want weten is zoals gezegd nog geen doen. Het uitdelen van boetes dit weekend in Amsterdam geeft aan dat meer inzicht in de mens achter de burger een zeer waardevolle toevoeging kan zijn om gedrag van mensen te begrijpen èn te kunnen sturen. Want uiteindelijk moeten we het samen gaan doen.

 

Astrid Groenewegen
SUE | Behavioural Design
augustus 2020

Meer over gedrag en samenleving

Je leest dit essay op de SUE | Behavioural Design Blog. In deze blog en de bijbehorende wekelijkse nieuwsbrief vind je wekelijks verhalen over hoe invloed werkt in het dagelijkse leven. We analyseren beïnvloeding in het wild en gebruiken de Behavioural Design Methode als lens. Nieuwsgierig naar meer? Abonneer je onderin deze pagina op de nieuwsbrief, schrijf je in voor één van onze maandelijkse trainingen van de Behavioural Design Academy of verbeter je propositie, communicatie of marketing in een Behavioural Design Sprint samen met SUE.

Indien je dit essay interessant vond, kijk dan zeker ook eens naar deze stukken over het ontwerpen van publiek gedrag (of krijg onze blogs wekelijks in je mailbox, door je onderin deze pagina te abonneren.

Naar de blog

Wil je meer weten?

Als je meer wilt weten over hoe beïnvloeding werkt, zou je onze tweedaagse training aan de SUE | Behavioural Design Academy kunnen volgen. Hierin leren we je alles over de wetenschap van beïnvloeding en krijg je een krachtige methode in de vingers om mensen te nudgen naar betere keuzes of gewenst gedrag. Je kunt hier de brochure downloaden.

 

Misschien heb je een uitdaging waarin je keuzes of gedrag wilt beïnvloeden. Bekijk dan eens of een Behavioural Design Sprint iets voor je is.

 

Of misschien wil je iets meer weten over SUE | Behavioural Design? We stellen ons hier heel graag aan je voor.
sue behavioural design
sue behavioural design

Essay: De klimaatcrisis, gedragseconomie als kans om cynisme om te keren naar activisme

By All, gemeenschapsgedrag, Politiek

De klimaatcrisis: hoe gedragseconomie kansen kan creëren om cynisme om te keren naar activisme.

Deze COVID-19 crisis heeft vele negatieve effecten, maar de planeet kan tenminste sinds lange tijd ‘even rustig ademhalen’. Betekent dit een eerste stap in de oplossing van de klimaatcrisis? Helaas ben ik niet optimistisch dat we als vanzelf op deze betere voet zullen doorgaan. Dat betekent niet dat er geen progressie mogelijk is. In dit essay houd ik een pleidooi voor beleid dat wordt gebouwd op gedragseconomie. Misschien dat de echt interessante en impactvolle beleidsinterventies van de toekomst veel meer lokaal liggen dan centraal. Als we durven vanuit een geheel nieuw perspectief naar de rol van de overheid en de psychologie van burgers te kijken, kunnen we wel degelijk stappen vooruitzetten in de oplossing van de klimaatcrisis. De geschiedenis wijst uit dat er een schok nodig is om echte verandering te bewerkstelligen, dus wellicht is er zelfs geen beter moment dan nu om de schok die COVID-19 heeft veroorzaakt positief te benutten.    

NB. In een vorig essay keken vanuit Behavioural Design naar klimaatactie. In dit essay kijken we vanuit de Behavioural Design lens naar mogelijk succesvolle beleidsinterventies ten aanzien van het klimaat. Meer essays zullen volgen om met verschillende lenzen vanuit de gedragswetenschap naar mogelijke oplossingen te kijken en mee te denken in scenario’s waarin we betere keuzes kunnen maken voor de mens, de maatschappij en de wereld waarop we leven.

Na dagelijks te zijn overspoeld door de negatieve effecten van de COVID-19, lijkt er toch ook een lichtpuntje aan de horizon te gloren dankzij diezelfde crisis. Hoewel we allemaal ruw teruggeworpen zijn in een beperktere persoonlijke leefruimte, moeten we toegeven dat de planeet ‘nu tenminste even rustig kan ademhalen’. Minder files, beperkt vliegverkeer, een toename van meer lokale voedselvoorziening en in het algemeen dalend consumentisme dragen allemaal bij aan effecten die we als mensheid letterlijk kunnen waarnemen.

De bevolking van Punjab India kon voor het eerst de besneeuwde pieken van de Himalayas weer zien die hiervoor decennialang waren verborgen achter een dikke laag luchtvervuiling. New Delhi meet maar liefst 60% minder giftig fijnstof in de lucht en Los Angeles, een stad met de meeste smog in de VS, heeft niet alleen files zo goed als compleet zien verdwijnen, maar ook de hoeveelheid nitrogeen in de lucht.

Is er hier letterlijk sprake van opluchting? Kunnen we als mensheid nu eindelijk gerust ademhalen? Maar vooral: betekent dit de langverwachte doorbraak in de bereidwilligheid om het klimaatprobleem met gewillige actie op te lossen? Zijn we als mensheid bereid gedragingen structureel aan te passen nu dat we ook de andere kant van de medaille hebben gezien? Luidt dit het einde van het kapitalisme zoals we het tot nu toe hebben gekend mede door de economische crisis die nu op onze voordeur klopt?

Wat de toekomst zal brengen kunnen we helaas niet accuraat voorspellen. Geschiedenis wordt achteraf gebouwd op feiten. Empirische feiten zijn uiteindelijk de enige echte gegevens waarop we valide conclusies kunnen (of zouden moeten) trekken. Voor de toekomst hebben we die feiten simpelweg nog niet. Hoewel de smog is opgetrokken, bevinden we ons wat toekomstvoorspelling betreft in dikke mist. Er zal nu een route worden gekozen, maar achteraf kunnen we pas zien of we goed op koers zijn gebleven. Of COVID-19 een blijvend positief effect zal hebben in het oplossen van de klimaatcrisis of dat het virus slechts een tijdelijke pleister op de klimaatwonde was, zal kortom afhangen van de weg die nu wordt ingeslagen. En er zijn meerdere wegen mogelijk. Wegen die allemaal vanuit verschillende standpunten steek kunnen houden.

Het is bijvoorbeeld begrijpelijk dat de werkgeversorganisaties voorkeur hebben voor het zo snel mogelijk versoepelen van de lockdown maatregelen, zodat ondernemingen weer kunnen gaan functioneren en wordt voorkomen dat organisaties omvallen en een massaal verlies aan banen wordt voorkomen. Het kan tevens zijn dat ervoor wordt gekozen om voorzieningen sneller of verder te privatiseren of voorzieningen door monopolistische bedrijven wordt gekaapt. Zoals Naomi Klein in haar boek de ‘Shock Doctrine’ aantoont, is het een vaker voorkomend fenomeen dat bij een grote ramp, zoals Corona ook is, de mensheid zo stuurloos en in de war is dat zij niet in staat is om zich te bemoeien met politiek of zich tegen nieuwe regelgeving te verzetten. Iets wat Klein de opkomst van het rampkapitalisme noemt.

Maar misschien is de schok die Corona heeft veroorzaakt, juist wel de aanleiding voor burgers om te verlangen naar een sterkere staat. Mensen zijn van nature risico-avers en vertrouwen in periodes van onzekerheid en instabiliteit op krachtige leiders. Niemand kan op dit moment voorspellen wat de slimste keuze zal zijn en welke keuze de positieve effecten op het klimaat zullen voortzetten. Alles heeft voor- en nadelen en alleen de praktijk zal uitwijzen of de klimaatproblematiek uiteindelijk blijvend zal worden aangepakt of weer naar het achtertoneel verdwijnt. Dit neemt natuurlijk niet weg dat je geen eigen visie en voorkeur mag hebben voor een route.


Economisch idealisme is niet het antwoord

Als je kijkt naar het debat over de klimaatproblematiek, valt mij op dat dit vaak een economisch debat is. Dat het ‘laissez-faire’ kapitalisme van Milton Friedman, dat uitging van vrije marktwerking met minimale interventie van de overheid, een economie heeft voortgebracht waar aandeelhouderswaarde, en dus niet maatschappelijke waarde, voorop stond heeft het klimaat zacht gezegd geen goed gedaan. Waarom zou je investeren in een lange termijn duurzame toekomst als de korte termijn winstmaximalisatie de KPI is waar je op wordt afgerekend? Dit als een stuwende kracht achter verregaande globalisering en absolute afhankelijkheid van een handjevol machtige politici en corporaties. We hoeven maar de crisis van 2008 in onze herinnering op te roepen om te kunnen concluderen dat dit theoretisch wellicht een interessant model was, maar in de praktijk verregaande negatieve consequenties heeft gekend op globaal, maatschappelijk en persoonlijk vlak.

Maar het economisch model van mede-Nobelprijs winnende econoom Joseph Stiglitz die juist pleitte voor meer overheidsbemoeienis in het voorzien van publieke voorzieningen, zoals onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur heeft ook niet kunnen realiseren dat deze meer maatschappelijke visie mensen in beweging heeft gekregen voor de maatschappij in het geheel, zoals de wereld waarin ze leven. Is het vrije marktwerkingsfundamentalisme van nu dan het antwoord? Ik denk dat we kunnen concluderen dat dit ook langzaamaan zijn beste tijd heeft gehad. Je hoeft maar te kijken naar de gele hesjes beweging, de Brexit, de verkiezing van Donald Trump of het opkomend nationalisme om te kunnen concluderen dat ook deze liberale benadering van marktwerking ook niet het optimisme, het vertrouwen en de actiebereidwilligheid bij burgers heeft opgewekt om de klimaatcrisis aan te grijpen. Ze hebben wel andere dingen aan hun hoofd.

De vijand is niet de vervuiler, het is de elite. De grote angst is niet het verliezen van een veilig leefklimaat, de grote angst is het verliezen van persoonlijke verworvenheden. Dit maakt een mooi bruggetje naar een economische ideologie die we de afgelopen decennia ook voorbij hebben zien komen en die juist de kloof tussen de bourgeoisie en de bevolking wilde dichten: het socialisme. Helaas, heeft de economische theorie van het Marxisme ook uitgewezen dat het aanpakken van de onderdrukking van het proletariaat geen succesformule bleek te zijn om een leefbaarder klimaat te creëren.

De criticus zou nu terecht kunnen opmerken dat dit wel een heel vereenvoudigde en ietwat pessimistische kijk op de werkelijkheid is. We zien nu tenslotte middenin dit vrijemarktdenken tijdperk waarin mensen wel degelijk bereid zijn gebleken om concessies te doen. Om nieuwe gedragingen te vertonen. Om koop- en reislustigheid in te dammen, de staat (oftewel de elite) niet als vijand maar als deskundige te zien. Dat is waar, maar ik blijf toch nog wat langer pessimistisch over de houdbaarheid hiervan na het opheffen van de lockdown. Waarom mensen nu zoveel bereidwilligheid vertonen is omdat de angst voor besmetting zo groot is. Deze volgzaamheid komt letterlijk voort uit overlevingsdrang. We gedragen ons nu niet op een andere manier, omdat we ons steentje willen bijdragen aan het klimaat. Dit is slechts een positief ‘second order effect’. De echte beweegreden is veel persoonlijker en dichterbij: we willen onszelf, onze familie en vrienden beschermen.

Hoewel we nu met z’n allen afstevenen op een economische crisis en het heel begrijpelijk is dat we daarom met een economische bril kijken naar het omgaan met COVID-19 wil ik een pleidooi houden voor een andere bril. Niet economisch ideologisch, maar menselijk psychologisch. Ik denk dat daar een mogelijk antwoord ligt om cynisme of inertie ten opzichte van de klimaatproblematiek om te vormen naar activisme. Activisme dat niet alleen onze planeet helpt, maar tegelijkertijd een stuwende kracht kan zijn achter economische welvaart en persoonlijk welzijn.

 

Economische kracht als beperkt mensbeeld

Om te begrijpen waar eventuele kansen liggen voor duurzame verandering, is het nodig om te begrijpen dat overheidsbeleid de afgelopen decennia is gebouwd op het concept van de ‘homo economicus’. De rationele mens die beslissingen neemt op basis van argumentatie, feiten en persoonlijke optimalisatie. Los van het feit dat volledige informatievoorziening onmogelijk is, feiten steeds vaker worden verdraaid (‘fake news’) en, zoals Stiglitz heeft aangetoond, informatie ongelijk verdeeld is, is dit een totaal achterhaald mensbeeld.

Je hoeft alleen maar te observeren hoe mensen in schulden toch blijven kopen, mensen leningen afsluiten voor luxe goederen zoals vakanties, zich vastleggen aan hypotheken met enorme restwaardes, stemmen op politici zonder inhoud en sommige op de cijfers zittende accountants toch graag in benzine-slurpende Porsches rijden om te concluderen dat de ‘homo economicus’ een theoretisch concept is en de mens in de praktijk vaak helemaal geen objectieve kosten/baten analyses maakt die ten goede komen van zijn eigen welzijn. We nemen juist vaak impulsieve, ongefundeerde, sociaal geaccepteerde, irrationele of zelfs domme beslissingen. In de werkelijkheid zijn wij nu eenmaal allemaal sociale wezens vol dromen, angsten, ambities, onzekerheden en bepaalt de sociale context waarin we opgroeien en functioneren hoe we ons gedragen en wat onze overtuigingen zijn. Kahneman en Tversky wonnen als psychologen de eerste Nobelprijs voor economie doordat zij juist de overwegend irrationele keuzeprocessen van de mens hebben bewezen.

Hoewel de eerdergenoemde economische ideologieën van elkaar leken te verschillen, hebben ze juist een gemene deler die deze menselijkheid tekort doet: ze gaan er allen vanuit dat economische krachten bepalend zijn voor de manier waarop de mensheid welvaart en welzijn kan verwerven. En dat blijkt echt een te beperkt mensbeeld. Sociale, culturele, spirituele en familiale krachten spelen een zeer grote rol in het leven van mensen. En zijn allen vaak nog veel sterkere beweegredenen dan economische krachten voor de mens om wel of niet in actie te komen.

Natuurlijk is inkomen belangrijk, maar we moeten dit zien vanuit een menselijk perspectief. Inkomen is slechts een middel om bepaalde menselijke doelen te bereiken. Die kunnen emotioneel, sociaal en functioneel van aard zijn. Het kunnen onderhouden van je gezin, het tonen van je maatschappelijke positie, het behoren bij een groep, waardering en erkenning krijgen, voor je ouders goede zorg kunnen waarborgen, het gevoel gezien te worden, je kinderen een zorgeloze jeugd geven, goede huisvesting, etc.

 

Een pleidooi voor gedragseconomisch beleid

Dit is overigens geen pleidooi tegen beleid. Het is een pleidooi voor het ontwikkelen van beleid gestoeld op gedragseconomie in plaats van traditionele economie. Gedragspsychologie en economie zijn namelijk wel degelijk te verenigen. Er zit een interessant dilemma verborgen in de eerdere analyse van de economie. Dezelfde paradox die we in de verschillende economische theorieën zagen terugkomen, de continue strijd tussen vrijheid en gemeenschappelijkheid, zien we ook terug in de psychologie mens zelf. Verschillende wetenschappers vanuit de evolutieleer, maar ook vanuit de biologie waaronder Frans de Waal, hebben aangetoond dat we als mensen continu zoeken naar een evenwicht tussen twee behoeften. Aan de ene kant de behoefte aan coöperatie (samenwerken) en aan de andere kant de behoefte aan competitie (voor jezelf opkomen). Je ziet dat letterlijk nu gebeuren tijdens deze Corona crisis. Hoewel mensen zeer gebrand zijn op het zeker stellen van hun persoonlijke veiligheid, zijn er ook allemaal initiatieven ontstaan om de medemens te helpen en een betere leefomgeving te creëren. Kortom, er is best bereidwilligheid en potentie om mensen te activeren voor een groter goed dan henzelf.

Wat kunnen we hier nu mee ten aanzien van het klimaat? Een paar dingen.

Allereerst helpt het ons een minder cynisch en realistischer mensbeeld te krijgen. Mensen zijn best in beweging te krijgen en bereid idealen na te streven, alleen zien we dat er pas actiebereidheid ontstaat als problematiek zich afspeelt in hun persoonlijke omgeving. Niet op nationaal, Europees of mondiaal niveau. En zeker niet in de politiek. Om mensen voor klimaat blijvend in actie te krijgen, moet je het dichtbij hen brengen. Ze moeten het bijna fysiek voelen, de persoonlijke emotie ervaren. Als je huis afbrandt door de uitslaande branden in Australië kun je het effect van een totaal verward klimaat niet meer ontkennen, boeren die letterlijk zien hoe hun akkers verarmen door steeds langer aanhoudende periodes van droogte, zien voor hun ogen dat het klimaat drastisch aan het veranderen is, het weer kunnen zien van de toppen van de Himalaya. Als mensen de gevolgen gaan voelen, zien, horen, proeven krijg je ze in beweging. Mooi voorbeeld daarvan is Frank Luntz, de adviseur die de Republikeinen gretig heeft geholpen alle actie ten behoeve van het klimaat te boycotten (hij was degene die het begrip ‘climate change’ groot heeft gemaakt, waardoor we allemaal massaal zijn gaan geloven dat het gewoon een verandering was in plaats van een levensbedreigende crisis) draaide 360 graden toen de bosbranden in Californië zijn eigen huis in as legden.

Moeten we dan wachten totdat iedereen wordt geconfronteerd met een natuurramp die hen treft als een persoonlijk ramp? Is er een ‘shock’ nodig om in de woorden van Naomi Klein te spreken? Het is mogelijk effectief vanuit de gedragstheorie, maar dan wel te laat. Een bekend inzicht in de gedragseconomie is dat mensen eerder kiezen voor kleinere korte termijn gewin dan grotere langere termijn opbrengst (hyperbolic discounting). De klimaatproblematiek is een ver-van-je-bed show die ook nog eens gebombardeerd wordt met fake news (met dank aan immorele, egocentrische kapitalisten zoals Trump en vrienden). Je kunt klimaatproblematiek dichterbij brengen door te snappen welke emotionele, sociale en functionele doelen mensen nastreven.

Een voorbeeld. Wil iemand een goede ouder zijn? Zorg dan dat lokaal gekweekte, biologische groente en fruit gesubsidieerd worden, zodat ouders kinderen gezond, betaalbaar eten kunnen voorzetten. Neveneffect: minder transport over de hele wereld, minder energieverbruik en lichtvervuiling door 24/7 verlichte kweekkassen. Wil iemand zijn huis in waarde laten stijgen, maar is er geen geld voor investeringen? Zorg dan dat je als gemeente zonnepanelen installeert, die worden gefinancierd door de gemeente. Jouw energierekening blijft hetzelfde, maar het bedrag dat jaarlijks wordt bespaard dankzij de zonnepanelen wordt automatisch aan de gemeente overgemaakt, waardoor je de investering ongemerkt aan de gemeente terugbetaalt. Je energierekening verandert kortom niet terwijl je huis toch een upgrade heeft gekregen. Neveneffect: snellere transitie van sociale wijken naar duurzame energie. Een initiatief dat in de UK bewezen burgers op de been heeft gekregen. Enzovoort.

Er is hier dus wel degelijk een rol voor de overheid weggelegd, alleen moeten we beseffen dat er weinig vertrouwen is in een groter, centraal geleid collectief. Zowel het socialisme (alles door de staat), als het liberalisme (alles door de markt) wekt wantrouwen op bij mensen. Er is simpelweg een groeiende afkeer gekomen tegenover het beleid van welke elite dan ook. Het gaat letterlijk te hoog over bij mensen. Daarom vinden populisten zo’n vruchtbare voedingsbodem: die zeggen tenminste waar het op staat. Een groot probleem is dat veel beleid is gemaakt op wat politici vinden, maar te weinig gestoeld is op wat in werkelijkheid werkt. We moeten durven erkennen dat er een groot verschil is tussen laag- en hoogopgeleide Nederlanders. Er is wel degelijk ook in Nederland een klassenmaatschappij. Feit is dat de meeste politici in Nederland hoger opgeleid zijn. Als je hoger opgeleid bent, heb je over het algemeen een geheel ander wereldbeeld en andere kansen. Je hebt het geld om het leven vorm te geven zoals je wilt, je hebt gereisd en snapt daardoor de grotere patronen, je hebt kennis gemaakt met andere culturen, je hebt kritisch leren denken. Het liberalisme past daar perfect bij.

Maar de bestuderende elite moet beseffen dat niet iedereen dat voorrecht deelt. Als jij lager opgeleid bent en je groeit op in een context waarin nieuwe denkbeelden vreemd zijn, dan kan een immigrant heel bedreigend overkomen of kan de ernst van de bosbranden in Australië niet eens tot je doordringen. Dat is niet eens onwil, dit is een basisreactie van de mens. Wij zijn als mens allemaal risicomijdend en zoeken naar vormen van controle. We proberen allemaal het leven te ontwarren. Maar als je meer gezien, gehoord en geleerd hebt, is dat veel makkelijker. Als we iedereen voor het klimaat in actie willen laten komen, hebben we meer kans van slagen als we dit organiseren op basis van kleinere coöperaties op lokale schaal waarvan de effecten op lokaal niveau waar te nemen en te begrijpen zijn.

We moeten ons beseffen dat de afgelopen jaren van kapitalisme en vrijemarktwerking veel nadruk hebben gelegd op competitie en de ondernemers. Maar er is een groot verschil tussen MKB-ondernemingen en internationale ‘corporates’. Die eerste zijn een stuwende kracht in lokale gemeenschappen. De laatste onttrekken alle waarde uit een economie. Daarnaast is er een groot verschil tussen ondernemer of ondernemend zijn. Niet iedereen is geschikt om ondernemer te zijn, maar heel wat meer mensen zijn ondernemend of zijn bereid om iets te gaan ondernemen. Dat heeft deze COVID-19 crisis wel weer aangetoond. Door lokale, kleinschalige initiatieven op te zetten die niet zozeer direct aanspreken op het aanpakken van de klimaatproblematiek, maar mensen helpen hun eigen doelen te realiseren op een manier die ook ten gunste komt van de planeet, zal die ondernemende mensen weten te mobiliseren. Zeker als de effecten ervan direct voelbaar zijn in hun persoonlijke omgeving of lokale gemeenschap. Gabriël van den Brink, professor filosofische bestuurskunde, toont aan dat er altijd sprake is van tegenbewegingen. In periodes van verregaande globalisering, volgt er een tegenreactie van nationalisme. Dit zien we nu ook in Nederland en de rest van Europa gebeuren. In deze periode van nadruk op individualisme kan het dus juist zijn dat mensen weer meer behoefte krijgen aan samenwerken. Je ziet dat nu ook tijdens deze Corona crisis. Alleen moeten we wel concluderen dat dit eerder plaatsvindt in de persoonlijke en niet in de publieke ruimte. Huidige bestuurders (lees de elite) moeten beseffen wat de potentie kan zijn van deze tegenbeweging, het kan potentieel een manier zijn om extreem nationalisme te keren naar gemeenschapszin. Het vraagt wel een andere rol van beleidsmakers en om andere vormen van beleid.

Ik pleit daarom niet voor centrale, niet voor decentrale, maar voor centrische beleidsvorming, waarbij de mens als uitgangspunt wordt genomen. Iemand kan alleen centrisch zijn als hij omringd wordt door anderen. Kortom, ik pleit voor beleid waarin we een diepgaand begrip van de mens als individu als uitgangspunt nemen, maar snappen dat gedragingen worden uitgelokt door de context waarin het individu opereert. Zo kunnen we nadenken over interventies in die context die bepaalde keuzes en gedragingen bij het individu uitlokken die zowel hem/haar als het klimaat ten goede komen. Focus om het individu lijkt kleinschalig, maar centrische cirkels hebben de neiging zich te vergroten waardoor ze elkaar gaan raken, waardoor wel degelijk impact op grote schaal wordt gecreëerd. Ik denk dat we de balans moeten zoeken tussen vrijheid en gemeenschappelijkheid. Door samenwerkingsvormen te vinden die zowel persoonlijk gewin als gemeenschapszin realiseren. Die bovendien, als het even kan, ook nog vrijwillig van aard zijn en niet ‘van boven’ voelen opgelegd.

De gedragingen die we nu van mensen zien in de werkelijkheid moeten we zien als kansen om van te leren. Wat drijft hun gemeenschapszin? Wat houdt hen nu tegen? Waardoor zijn ze nu in actie gekomen? Hoe verhoudt zich de behoefte aan vrijheid en de behoefte aan collectiviteit? Gedrag verander je nooit rechtstreeks, maar verander je door het wegnemen van barrières van het gewenste gedrag of het vergroten van de voordelen ervan. We zitten in het grootste gedragsexperiment ooit, waar iedereen in de samenleving aan is onderworpen. Dit is een uitgelezen kans om gedrag van de massa te analyseren en ervan te leren. Sterker nog, het is de uitgelezen kans om te zien of gedragingen en keuzes die mensen nu maken die bijdragen aan het oplossen van de klimaatproblematiek, gedragingen en keuzes zijn die mensen willen blijven maken. Hoeveel mensen staan op dit moment niet meer dagelijks in ellenlange files waardoor ze te moe zijn om te sporten of koken? Hoeveel mensen reizen nu niet van en naar hun werk, waardoor ze meer tijd met familie kunnen doorbrengen? Hoeveel mensen kopen nu bij hun lokale ondernemers waardoor het retail-landschap minder monolitisch wordt, maar ook logistieke bewegingen drastisch zijn afgenomen? Als we nu naar boven halen welke gedragingen iedereen eigenlijk wil behouden, kunnen we hiervoor ontwerpen.


De implicaties van centrisch beleid

  • De implicatie is dat het een andere rol vraagt voor de overheid (niet alleen qua machtspolitiek, maar ook qua distributie van subsidies, geldinjecties en belastingvoordelen. Misschien is de ‘Inconvenient Truth’ waar Al Gore ons al mee confronteerde een grotere ongemakkelijke waarheid dan we aanvankelijk dachten. Namelijk dat de enige manier om deze planeet te redden, maar ook om het nationalisme te bestrijden, er een einde moet komen aan het politieke bestuur zoals we dat nu kennen. Dat er wel een sterk leider moet zijn om mensen vertrouwen en stabiliteit te geven, maar dat de machtspositie (en de bijbehorende status) naar veel lokaler niveau verschuift. Wellicht is het enige antwoord tegen populisme door letterlijk te erkennen, dat hoe goed je het ook bedoelt, je op centraal niveau als elitair wordt gezien. En politiek veel sterker moet worden bedreven vanuit de voorgestelde centrische aanpak. Zoals Gavin Newsom, de gouverneur van California terecht zegt, ‘The majority rules’. Die moet je mee krijgen en alleen zo kun je ook stappen zetten in het klimaatbeleid. Het narratief van populisten is niet gestoeld op compassie, maar op angst. Ze zetten klimaat nu ook weg als een probleem van, en veroorzaakt door de elite. Het bestrijden van populisme is daarmee dus zeker ook een troef in het realiseren van duurzaamheid. En om dan met een laatste ongemakkelijke waarheid te besluiten. Het is wellicht veel ongemakkelijker om als overheid gefragmenteerde lokale initiatieven te steunen en veel gemakkelijker om een aantal grote organisaties financiële injecties te geven, zoals nu gebeurt. Maar misschien moeten we wel accepteren dat een fragmentatiebom wel heel effectief kan zijn en de optelsom van lokale initiatieven zowel een positieve impact kan hebben om de uitputting van onze planeet en opkomende radicale denkbeelden te keren. Dat dit betekent dat er veel fijnmaziger financieel beleid moet komen dat simpelweg nog moet worden ontwikkeld en vooral bereikbaar moet worden gemaakt voor de lokale ondernemende mens.

 

  • Maar het vraagt ook een andere rol voor ondernemers. Waarom niet een thuiswerkplek in de secondaire arbeidsvoorwaarden opnemen in plaats van die leaseauto? Waarom niet als ‘default’ mensen vanaf huis laten werken, waardoor ze een betere werk-privébalans krijgen en daardoor minder ziek zijn terwijl daardoor tegelijkertijd de verkeersdruk wordt verlaagd? Waarom mensen niet helpen om blijvend voor anderen te koken als daardoor minder voedsel verspild wordt?

 

Besluit: van shareholder value naar human value

Conclusie is dat de sleutel voor de oplossing van de klimaatproblematiek ligt in het terugbrengen van de waarde op persoonlijk niveau, waarbij we bewegen van het realiseren van ‘shareholder value’ naar ‘human value’. Dit vraagt om centrische beleidsvorming die niet langer gestoeld is op de ‘homo economicus’, maar op een mens van vlees en bloed die emotionele, sociale en functionele doelen nastreeft in zijn leven. Als je kunt aantonen hoe duurzaam gedrag hem of haar helpt die doelen beter, sneller, makkelijker, goedkoper, leuker, efficiënter te realiseren kunnen we dit essay eindigen met een optimistische blik op de toekomst voor zowel het individu, de maatschappij als de planeet. En gloort dankzij de COVID-19 crisis inderdaad een klein lichtpuntje aan de horizon.

 

Astrid Groenewegen
SUE | Behavioural Design
Juni 2020

Meer over gedrag en samenleving

Je leest dit essay op de SUE | Behavioural Design Blog. In deze blog en de bijbehorende wekelijkse nieuwsbrief vind je wekelijks verhalen over hoe invloed werkt in het dagelijkse leven. We analyseren beïnvloeding in het wild en gebruiken de Behavioural Design Methode als lens. Nieuwsgierig naar meer? Abonneer je onderin deze pagina op de nieuwsbrief, schrijf je in voor één van onze maandelijkse trainingen van de Behavioural Design Academy of verbeter je propositie, communicatie of marketing in een Behavioural Design Sprint samen met SUE.

Indien je dit essay interessant vond, kijk dan zeker ook eens naar deze stukken over het ontwerpen van publiek gedrag (of krijg onze blogs wekelijks in je mailbox, door je onderin deze pagina te abonneren.

Naar de blog

Wil je meer weten?

Als je meer wilt weten over hoe beïnvloeding werkt, zou je onze tweedaagse training aan de SUE | Behavioural Design Academy kunnen volgen. Hierin leren we je alles over de wetenschap van beïnvloeding en krijg je een krachtige methode in de vingers om mensen te nudgen naar betere keuzes of gewenst gedrag. Je kunt hier de brochure downloaden.
Misschien heb je een uitdaging waarin je keuzes of gedrag wilt beïnvloeden. Bekijk dan eens of een Behavioural Design Sprint iets voor je is.
Of misschien wil je iets meer weten over SUE | Behavioural Design? We stellen ons hier heel graag aan je voor.
sue behavioural design
sue behavioural design
Nachtwacht - Kan Corona het Klimaat redden?

Essay: Hoe kunnen we klimaatactie sexy maken?

By All, gemeenschapsgedrag, Politiek

Een paar weken terug werd ik gevraagd als gast in het programma Nachtwacht op de Belgische zender Canvas met Jan Leyers als gastheer. De uitzending had als thema “Kan Corona het klimaat redden?”  (herbekijk hier). Ik werd gevraagd naar aanleiding van mijn essay “De Klimaatshock Doctrine“, waarin ik had geargumenteerd dat we alleen mensen in beweging zullen krijgen als ze de eerste klimaatshocks voordoen. De vraag was dan ook: Is dit dergelijke shock?

Mijn stelling was dat deze crisis niet de crisis is die de weg opent naar een urgente aanpak van de klimaatcrisis. Ik argumenteerde dat het probleem met de klimaatbeweging is dat ze de verbeeldingskracht mist die nodig is om mensen tot klimaatactie aan te zetten. In dit essay, dat enkele weken moest rijpen, wil ik dit argument verder uitwerken.

Opmerking vooraf: Je leest dit essay op de SUE | Behavioural Design Blog. In deze blog en de bijbehorende wekelijkse nieuwsbrief vind je wekelijks verhalen over hoe invloed werkt in het dagelijkse leven. We analyseren beïnvloeding in het wild en gebruiken de Behavioural Design Methode als lens. Nieuwsgierig naar meer? Abonneer je onderin deze pagina op de nieuwsbrief, schrijf je in voor één van onze maandelijkse trainingen van de Behavioural Design Academy of verbeter je propositie, communicatie of marketing in een Behavioural Design Sprint samen met SUE.

Nachtwacht - Kan Corona het Klimaat redden?

1. Klimaatactie is een slecht ontworpen probleem

Stel je voor dat je gevraagd zou worden om je gedrag te veranderen voor een probleem dat

  • problematisch zal worden in de verre toekomst
  • alleen kan werken als iedereen zijn gedrag aanpast
  • waarbij je overal om je heen mensen ziet die er zich geen zier van aantrekken
  • je bovendien weet dat het grootste probleem ver buiten jouw invloed ligt
  • waarbij een heel leger trollen op social media klaarstaan om jouw gedrag te veroordelen als hypocriet, want aan elke alternatieve keuze die je maakt hangt ook bloed (denk aan: Je eet vegetarisch maar je vliegt, wist je dat voor jouw soja bonen hele stukken Amazonewoud gekapt worden,…)

Dit is het probleem met klimaatactie in een notendop. Je moet al behoorlijk fanatiek zijn om als individu, stad of klein land jezelf in de kosten te jagen. Voor de meeste mensen voelt klimaatactie op zijn zachtst als een druppel op een gloeiende plaat, op zijn hardst als totale waanzin van groene elites die zich makkelijk een Tesla kunnen permitteren.

Stel je nu bovendien eens voor dat je zowel als individu, of als samenleving slechts beperkte middelen hebt, waardoor je moet kiezen waar het geld naar toe moet gaan. Wat zou je dan doen? Zowel individuen als gemeenschappen kiezen vandaag massaal voor de alternatieven voor het hier en nu, en niet voor de verre abstracte toekomst. In de gedragseconomie wordt dit fenomeen ‘hyperbolic discounting’ genoemd, wat in gewone mensentaal betekent: Hoe verder in de toekomst de beloning, hoe minder aantrekkelijk we deze vinden. Liever deze zomer naar de zon, dan zonnepanelen op je dak.

Het probleem met het klimaatdebat is dat de mensen die bezorgd zijn over het klimaat, erg slecht zijn in het verkopen en verleiden tot klimaatactie. De psycholoog Dan Ariely zei een aantal jaar geleden hierover laconiek: “Als ik een probleem zou moeten ontwerpen waarvoor niemand in beweging te krijgen is, dan zou het er ongeveer uit zien als klimaat”.

2. Klimaatverandering vs Corona-virus: 0 – 1

Het probleem met het klimaat is het verhaal. Als we klimaatactie willen ontwerpen, zullen we een nieuw verhaal moeten hebben. Een verhaal waarbij we geen actie meer zullen nemen “om het klimaat te redden”, maar een verhaal over onszelf. Een verhaal over het ontwerpen van een samenleving waar we collectief beter, gezonder, rijker en gelukkiger van worden.

Zolang we mensen vragen om iets te doen voor het klimaat, zullen we alleen een kleine groep van overtuigden in beweging krijgen. Het probleem met klimaatactivisten is dat ze het probleem presenteren als een probleem van schuld en boete: Door onze eigen hebzucht hebben we een probleem gecreëerd waarvoor we nu moeten boeten. We moeten het doen omdat we de schade ongedaan moeten maken en om de bedreiging van extreme reacties van de natuur af te wenden: stijgende zeespiegels, extreme hitte, verwoestijning,…

Zeg nu zelf: Als je het probleem zo bekijkt, zou je toch gek moeten zijn om te investeren tegen iets waar je als individu, maar ook als natiestaat amper invloed op hebt.

Zet de klimaat-dreiging nu eens tegenover COVID-19. Het virus is het perfect ontworpen probleem vanuit het perspectief van gedragsverandering: Het vormt een acute dreiging voor jezelf en je familie. Het handelingsperspectief is bovendien kraakhelder: quarantaine en vaccinatie. Er is amper discussie over het nut van de interventie. Iedereen doet mee. Niemand – OK, behalve The Donald – is zo gek om toestanden als in Lombardije te willen triggeren, waarbij duizenden mensen geïsoleerd van hun familie stikken in de gangen van ziekenhuizen.

COVID-19 triggerde nooit eerder geziene collectieve actie en financiële daadkracht van overheden. Er is in 2 maanden meer geld in de economie gepompt dan wat klimaatactivisten niet eens van durfden dromen voor de volgende 10 jaar.

De vraag is: Hoe doe je dat?

3. Obliquity: Complexe doelen benader je altijd onrechtstreeks

In 2004 publiceerde John Kay het fascinerend boekje Obliquity. Het idee: Complexe doelen benader je het best onrechtstreeks. De meest winstgevende bedrijven zijn niet georiënteerd op winstmaximalisatie, en de gelukkigste mensen focussen zich niet op het verwerven van geluk. Winst en geluk zijn eigenschappen die ontstaan uit het bezig zijn met andere dingen. In het systeem-denken – waarover later meer – wordt dit “emerging properties” genoemd: Geluk en winst zijn eigenschappen die gaandeweg ontstaan uit een samenspel van andere gedragingen.

Kay illustreert dit punt met enkele tot de verbeelding sprekende voorbeelden. Telkens wanneer een succesvolle onderneming onder druk van aandeelhouders en management consultants besluit om de focus te verschuiven van het oplossen van een probleem in de markt, naar het creëren van aandeelhouderswaarde, stort de winstgevendheid binnen geen tijd in.

Kay geeft in Obliquity een aantal interessante verklaringen. Daarvan spreekt de wet van Goodhart het meest tot de verbeelding. De wet van Goodhart stelt dat “every metric that becomes a target, loses its value as a metric”. Met andere woorden: Als aandeelhouderswaarde de belangrijkste KPI wordt voor succes, en iedereens prestatie (en bijbehorende bonus) wordt afgemeten tegenover deze KPI, dan triggert dit gedrag dat op lange termijn toxisch wordt voor het succes van de organisatie.

Om er enkele te noemen: Het management koopt met de winst de eigen aandelen in, om de prijs van de aandelen kunstmatig op te drijven, in plaats van deze winst te investeren in innovatie. Klantenservice wordt gezien als een kostenpost die goedkoper kan door outsourcing, enzovoort. Voor je het weet tellen al deze kleine beslissingen om winst te maximaliseren heel snel op in het verwateren van het product of dienstverlening en het verzwakken van de concurrentiepositie.

Het zette Jack Welsch, de beroemde CEO van General Electric en één van de grondleggers van het denken over ‘Shareholder Value’ aan om na zijn pensioen toe te geven dat “shareholder value is the dumbest idea in the world”.

Idem voor geluk: Als je gelukkig wil worden, probeer dan niet geluk zelf achterna te jagen. Alle dingen die een gevoel van voldoening en welbehagen opleveren – los van de instant dopamine-shortcut die je van alcohol en drugs kan krijgen – vragen een doorgedreven inspanning. Vraag een een bergbeklimmer of hij van de klim genoten heeft, en je zal horen dat elke seconde kut was. Maar de voldoening om de maandenlange voorbereiding beloond te zien door de top te bereiken maakt het allemaal ontzettend waard.

4. Klimaatactie botst met het leidend principe van het kapitalisme

Het bereiken van de klimaatdoelen is in alle opzichten een probleem dat ‘oblique’ benaderd moet worden. Zolang we het rechtstreeks proberen te benaderen, fietsen we in de wielen van iedereen die andere belangen heeft en door andere incentives gedreven wordt. En dat is nu net het probleem. Alles in de economie wordt afgerekend in termen van groei en winst op korte termijn. Dat betekent dat er te veel mensen zijn die er alle baat bij hebben om op korte termijn te handelen en niet op lange termijn.

Eén van de programmeerfouten in het besturingssysteem van het kapitalisme is het idee van de onzichtbare hand. Dit concept van Adam Smith stelt dat welvaart van een samenleving voortgeduwd wordt door de onzichtbare hand van de vrije markt. Als iedereen in een vrije markt handelt in zijn eigen belang, dan volgt welvaart vanzelf. Deze programmeerregel heeft ook een tijdje heel goed gewerkt. De welvaartsexplosie van de voorbije 75 jaar valt voor een groot stuk op de rekening van de vrije markt-economie te schrijven. De programmeerfout zit in het feit dat er gaandeweg een steeds grotere concentratie van macht en kapitaal terecht is gekomen in handen van mensen voor wie de lange termijn welvaart eigenlijk niet van belang is.

Aandeelhouders zoeken alleen naar kwartaalwinsten en doen aandelen massaal van de hand als een bedrijf het even lastig heeft of even moet investeren om weer te groeien. Managers worden na 3-5 jaar vervangen, dus handelen ook uitsluitend in hun korte-termijn belang. Politici slepen zich van verkiezingen naar verkiezingen, waardoor ook zij er alle belang bij hebben om beslissingen te nemen die op heel korte termijn moeten renderen.

Klimaatactie botst frontaal met deze incentives. Er is namelijk geen korte termijn incentive rond klimaat. Alle acties vragen bovendien een diepte-investering van burgers: Warmtepompen, zonnepanelen, electrische autos,en loert het gevaar om de hoek dat het taxeren van vervuiling de bedrijven zal wegjagen naar plekken waar ze minder belast worden. En dat is bovendien perfect rationeel gedrag vanuit het perspectief van managers die afgerekend worden op kosten besparen en winst-maximaliseren.

De logische vraag die zich dan opdringt is de volgende: Hoe kunnen we klimaatvriendelijk gedrag aantrekkelijker maken? En misschien een nog betere vraag: Wat is dan de ‘oblique strategie’ waarop we dan wel moeten sturen, die onrechtstreeks moet bijdragen aan het realiseren van de klimaatdoelen?

5. Gedrag vindt plaats in een systeem

In 1999 publiceerde Donella Meadows, een professor in systeem-denken, de opzienbarende paper “Leverage Points: Places to intervene in a system” (een absolute must-read). Meadows stelt zich de vraag welke interventies in een complex systeem nu eigenlijk de meeste impact hebben?

Meadows stelt zich onder andere de volgende vraag: Als je een economie positief wil bijsturen, waar zet je dan je geld op in? Meadows stelt dat de meeste succesvolle interventies in complexe systemen heel contra-intuïtief zijn. We hebben de neiging om heel lineair te denken, waarbij we denken dat interventie A leidt tot gevolg B. Maar complexe systemen (zoals samenlevingen, economie, steden, het menselijke lichaam,…) zitten vol met positieve en negatieve feedback loops, waardoor een duwtje aan de ene kant van het systeem, potentieel een extreme tegenreactie aan de andere kant van het systeem kan uitlokken.

Neem de economie als voorbeeld van een complex systeem: Groei is een ontzettend belangrijke hefboom – leverage point – om de gezondheid van het economie-als-systeem positief te beïnvloeden. Alleen niet zoals je intuïtief zou denken. De snelle economische groei waarvan alle naties, bedrijven en hun aandeelhouders doordrongen zijn, heeft allerlei gevolgen die toxisch zijn voor het systeem. Snelle groei leidt tot meer extreme armoede, meer concentratie van macht in de handen van mensen met kapitaal, externaliseren van de impact op het milieu en het klimaat. Groei ten koste van alles is perfect vergelijkbaar met wat er gebeurt in een ander complex systeem dat we goed kennen: Ons lichaam: Als cellen te snel en ongecontroleerd beginnen te delen krijg je kanker. Kanker, wanneer voldoende uitgezaaid, vernietigt het systeem.

6. Snelle groei in een systeem = kanker 

Snelle groei is wat systeemdenkers een ‘positieve feedback loop’ noemen. Het idee dat iets waar veel van is, nog meer hefbomen krijgt om nog meer naar zich toe te trekken. Snel groeien trekt veel kapitaal aan, waardoor kapitaal aantrekken goedkoop wordt, waardoor je nog sneller kan groeien, waardoor je geld genoeg hebt om de concurrentie kapot te maken door prijzen laag te houden, waardoor je nog sneller groeit. Vervolgens gebruik je je kapitaal om wetgeving naar je hand te zetten, landen tegen elkaar uit te spelen om belastingvoordeel te halen, enz… Dit is het mechanisme waardoor Amazon, Google, Facebook, Microsoft, Uber, AirBnB, enz… zo snel zo groot konden worden.

In de VS is het intussen duidelijk dat de economie dodelijk ziek is. Alle beleid wordt naar de hand gezet van de kleine groep winnaars, die als gevolg van hun niets ontziende groeihonger steeds genadelozer het systeem vergiftigen. Soms letterlijk: Milieuwetgevingen zijn onder Trump teruggeschroefd, financiële instellingen hebben een vrijbrief om hun klanten te naaien, studieschuld is voor eeuwig, publiek onderwijs en gezondheidszorg worden ontmanteld, de bevolking wordt zorgvuldig gemanipuleerd door de grootste propaganda machine sinds de tweede wereldoorlog en een perfect gezonde economie kreeg in 2018 ook nog eens een heroïneshot toegedeeld in de vorm van belastingvoordeel waar vooral de superrijken van profiteerden, waardoor het overheidstekort steeds verder oploopt, waardoor nog harder bezuinigd moet worden op dienstverlening voor gewone burgers.

(Als je dit begrijpt, dan begrijp je meteen ook waarom Trump zo rabiaat tegen het klimaat is. Trump is in feite een narcistische spektakelman, die in ruil voor de onvoorwaardelijke steun aan de aandeelhouders van de Republikeinse partij, een vrijbrief krijgt om de grote Trump-show op te voeren).

Net als de wildgroei van cellen in een lichaam uiteindelijk het lichaam vernietigt (en dus ook zichzelf), zo vernietigt snelle groei uiteindelijk ook de vruchtbare grond waarop succes mogelijk werd. De ‘tragiek van de commons‘ is dat we allemaal handelen in ons eigen belang, en wanneer we geconfronteerd worden met de eindigheid van de grondstoffen, allemaal nog harder lopen om de laatste beetjes mee te pikken voor een ander er mee aan de haal gaat. Een beetje zoals wat gebeurde tijdens het begin van de crisis, en iedereen een rush op WC-papier deed in de supermarkt. Veel bedrijven en overheden denken: Laat het een ander maar oplossen, wij gaan er nog uithalen wat er uit te halen valt.

6. Interventies in het systeem

Hier wordt het pas echt interessant. Ik heb hierboven geargumenteerd dat we voor klimaatactie onze ideologische bril af moeten zetten en een systeembril op moeten zetten. Complexe systemen reageren niet lineair op interventies. Gewenste gedragingen – zoals gezonde groei – vloeien voort uit complexe interacties van oorzaken en gevolgen. Elke actor in het systeem reageert op incentives. Sommige systemen zijn uit evenwicht geraakt omdat er een aantal elementen het systeem vergiftigen als gevolg van exponentiële groei.

De ham-vraag is dan: Welke interventies moet je doen om een systeem bij te sturen? Hoe kunnen we het huidige systeem dat helemaal uit de hand is gelopen, en dat zich met man en macht verzet tegen verandering, toch snel verduurzamen? Of in de woorden van Donella Meadows: Wat zijn de leverage points? Wat zijn de interventies met de grootste impact.

Meadows argumenteert in haar paper dat er 12 leverage points zijn in een systeem, in stijgende volgorde van belangrijkheid. Ik licht er voor dit argument de twee belangrijkste uit:

1. Het doel van het systeem
2. Het paradigma waarop het systeem handelt.

Het paradigma (geloofssysteem of overtuigingssysteem) waarop het Westen draait is het geloof dat een goed functioneren vrije markt de enige snelle weg is naar welvaart. Het doel dat daaruit voortvloeit is economische groei. De metric om de ‘gezondheid’ van onze economie te meten is het Bruto Binnenlands Product. Alle beleid van overheden is gericht op het positief beïnvloeden van deze metric.

Het veranderen van dit denksysteem en de bijbehorende doelen en metrics is de grote uitdaging van deze tijd. Als we versnelde klimaatactie willen, dan moeten we collectief gaan geloven in een nieuw paradigma, en daar nieuwe doelen en nieuwe metrics aan ophangen. Het probleem is dat we allemaal zijn gaan geloven dat er ‘geen alternatief’ is.

Dat is natuurlijk onzin. Niets in de economie is een natuurwet.
Wat zou dat verhaal dan kunnen zijn? En op welke doelen en metrics zouden we dan wel moeten sturen?

7. Paradigma-shift: Niet sturen op groei, maar op brede welvaart.

In 2016 publiceerde Rabobank Research in samenwerking met de Universiteit van Utrecht in 2016 een studie waarin ze een alternatief voorstelden voor het Bruto Binnenlands Product (BBP) als meetpunt voor de gezondheid van de economie. Een beetje tot mijn verrassing lijkt dit voorstel een stille dood te zijn gestorven. In het rapport stelden de auteurs voor om de BWI in het leven te roepen, de Brede Welvaarts Indicator. Deze BWI is een gewogen gemiddeld van indicatoren die bijdragen tot een objectief en subjectief gevoel van welvaart en welzijn: Het hebben van betekenisvol werk, de afwezigheid van financiële zorgen, het hebben van een goed sociaal netwerk, toegang hebben tot betaalbare woningen, toegang tot betaalbaar kwalitatief onderwijs, een gezond leefmilieu,…

Wat de BWI geniaal maakt, maar tegelijk ook complex, is dat het eigenlijk zegt: bestuur de samenleving op basis van het creëren van welvarende gemeenschappen. Want hoe meer een lokale, regionale of landelijke gemeenschap een welvarend systeem is, hoe meer deze gemeenschappen ook welvaart kunnen genereren voor zijn leden. Gezonde regio’s zijn eco-systemen waarin talent kan bloeien, kapitaal beschikbaar is voor ondernemerschap, er genoeg opportuniteit is om zorgeloos te leven.

Het inzetten op welvaart is een oblique benadering van groei. Wanneer je stuurt op welvaart, dan is groei nog steeds welkom, maar niet tegen elke prijs. Dan kunnen progressieve belastingen op kapitaal en impact op milieu gebruikt worden om meer welvarende gemeenschappen te ontwikkelen waarin flink geïnvesteerd kan worden in beter onderwijs, beter zorg, meer levende gemeenschappen, het verduurzamen van de voedselketen, een diverser natuur die de leefomgeving op zijn beurt weer mooier maakt.

8. Conclusie: Hoe maken we het klimaat weer sexy?

In mijn podcast “De Nieuwe Vrije Eeuw” bespreek ik wekelijks met Tim Versnel en Mark Thiessen over hoe we het liberalisme weer sexy kunnen maken. Dit essay past in deze traditie. Het antwoord is dat we af moeten van het klimaat-frame en we moeten af van het probleem rechtstreeks op te willen lossen. Als we mensen tot klimaatactie aan willen zetten, dan moeten we ze warm krijgen voor een ander verhaal. Een verhaal over welvarende gemeenschappen, waarin iedereen toegang heeft tot kansen om zich te ontplooien, en kan leven in een omgeving waarin het fijn is om te leven en samen met de gemeenschap vorm kan geven aan een duurzame toekomst. Een gemeenschap waarin bedrijven die er te gast zijn en gebruik maken van het talent en de infrastructuur even veel bijdragen aan het onderhoud en de verdere duurzame ontwikkeling van de regio als de kleine ondernemers en inwoners.

 

Wie dat verhaal als eerste goed vertelt, wint de verkiezingen. Dit is geen links verhaal of rechts verhaal. Dit is een verhaal waar elke politicus achter kan staan.

Tom De Bruyne
SUE | Behavioural Design
Mei 2020

Meer over dit gedrag en samenleving

Indien je dit essay interssant vond, kijk dan zeker ook eens naar deze stukken over het ontwerpen van publiek gedrag (of krijg onze blogs wekelijks in je mailbox, door je onderin deze pagina te abonneren.

Naar de blog

Leer alles over hoe gedragsverandering werkt in de praktijk

Schrijf je in voor de Behavioural Design Academy en leer de Behavioural Besign Methode toe te passen op klanten, burgers, organisaties en jezelf

Want to learn more?

If you want to learn more about how influence works, you might want to consider our Behavioural Design Academy masterclass. Or organize an in-company program or workshop for your team. In our masterclass we teach the Behavioural Design Method, and the Influence Framework. Two powerful frames for behavioural change.

You can also hire SUE to help you to bring an innovative perspective or your product, service or marketing in a Behavioural Design Sprint.  You can download the brochure here, or subscribe to Behavioural Design Digest at the bottom of this page. This is our weekly newsletter in which we deconstruct how influence works in work, life and society.

Or maybe, you’re just curious about SUE | Behavioural Design. Here’s where you can read our backstory.

sue behavioural design
sue behavioural design